Begin november, na de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv in Amsterdam, ontvouwde zich een schokkende en gewelddadige antisemitische aanval. Israëlische fans werden opgejaagd, lastiggevallen en sommigen werden gewelddadig aangevallen. De ernst van het incident leidde er al snel toe dat zowel Israëlische als internationale leiders het een “pogrom” noemden, waarbij vergelijkingen werden getrokken met de gewelddadige anti-Joodse aanvallen in nazi-Duitsland in 1938. Om de tragedie nog groter te maken, vond deze gruwelijke gebeurtenis plaats op 8 november, slechts één dag voor de verjaardag van de Kristallnacht – de “Nacht van het Gebroken Glas” – toen bijna 100 Joden werden gedood, 30.000 Joodse mannen werden gearresteerd en meer dan 1.000 synagogen werden platgebrand in nazi-Duitsland.

Hoewel er sindsdien 86 jaar zijn verstreken, zijn de echo’s van die donkere dag in de Europese geschiedenis moeilijk te negeren, en het is zeer verontrustend om te zien. Aanvallen op Joodse individuen, huizen, bedrijven en synagogen zijn verontrustend gewoon geworden. In Amsterdam werden Joden gedwongen zich te verstoppen in hotels, werden ze overreden door auto’s, werden ze aangehouden en gevraagd hun paspoort te tonen. Voor iedereen met een moreel kompas zijn dit duidelijk daden van haat. Toch weigeren sommigen dergelijke gruwelijke daden te veroordelen. De burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, betuigde zelfs spijt voor het gebruik van het woord “pogrom”, suggererend dat het werd gebruikt als propaganda om Nederlandse moslims te discrimineren.

Nu antisemitisme steeds meer genormaliseerd wordt en het aantal haatmisdrijven tegen joden in de EU sinds oktober 2023 met meer dan 400% is gestegen, is één ding duidelijk: als christenen kunnen en zullen we niet zwijgen.

De leiders van de afdeling van de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICEJ) in Nederland hebben deze verachtelijke antisemitische aanval – een aanval die verre van geïsoleerd is – krachtig veroordeeld en hebben de Nederlandse regeringsleiders opgeroepen om onmiddellijk actie te ondernemen om het groeiende tij van antisemitisme te beteugelen.
Jacob Keegstra, hoofd van ICEJ-Nederland, gaf een verklaring uit waarin hij zijn afschuw en schaamte uitsprak over de gebeurtenissen van 8 november. In slechts 10 dagen verzamelde de verklaring al snel meer dan 14.000 handtekeningen van christenen uit heel Nederland ter ondersteuning van de Joodse gemeenschap. Zijn verklaring luidt:
“Het is met afschuw en schaamte dat we hebben gezien wat er gisteravond in Amsterdam is gebeurd. Deze antisemitische pogrom is verschrikkelijk, onaanvaardbaar en wij veroordelen haar ten zeerste. Het is een zeer trieste dag voor Nederland. Dat die relschoppers zo actief en opzettelijk Israëlische aanhangers aanvielen, mishandelden en bekogelden, is verbijsterend.
Premier Schoof heeft premier Netanyahu gebeld en gezegd: “Dit zijn onaanvaardbare antisemitische aanvallen op Israëli’s.” Onze Koning Willem Alexander heeft aan president Herzog aangegeven: ‘Wij hebben de Nederlandse Joden in de Tweede Wereldoorlog teleurgesteld en nu weer teleurgesteld.’

Als Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem Nederland (ICEJ Nederland) willen we zeggen: Heer, vergeef ons als natie, dat we de Joden in Nederland zo behandelen en blijkbaar niet in staat zijn om ze voldoende te beschermen.

Tegelijkertijd kan er een parallel worden getrokken met wat er in Israël aan de hand is. Blijkbaar is Nederland niet in staat om een paar honderd demonstranten in bedwang te houden. Israël wordt op grote schaal aangevallen met wapens en raketten. Ons gebed is: Heer, leg alstublieft bloot wat er werkelijk aan de hand is. Het is een veel groter probleem. Helaas willen Iran en zijn handlangers een internationale intifada ontketenen en Israël vernietigen. Het is heel duidelijk dat we hier antisemitisme zien. Helaas is Jodenhaat ook in Nederland springlevend.
Als ICEJ staan we achter de Joodse gemeenschap in Nederland en wereldwijd en roepen we onze regering op om met alle macht en kracht te strijden, zodat zo’n antisemitische pogrom nooit meer zal gebeuren.”

Deze petitie, samen met 14.000 handgeschreven handtekeningen, werd overhandigd aan Nederlandse leiders, waaronder premier Dick Schoof, en de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Martin Bosma, evenals de plaatsvervangend ambassadeur van Israël Yaron Wax. De timing was cruciaal: vlak voor een parlementair debat over de arrestatiebevelen voor Netanyahu en Gallant. Het was een moment dat het bijbelse verhaal van Esther weerspiegelde, waar moed en actie nodig waren om voor het Joodse volk te pleiten. Esther riskeerde alles door haar smeekbede voor te leggen aan de koning, wat uiteindelijk leidde tot de redding van haar gemeenschap.
Op een vergelijkbare manier worden christenen vandaag de dag opgeroepen om actie te ondernemen, om te pleiten voor Israël en om zich uit te spreken tegen het toenemende antisemitisme. De woorden van Esther klinken nog steeds door: “Want als je in deze tijd helemaal zwijgt, zal er voor de Joden verlichting en bevrijding komen uit een andere plaats, maar jij en het huis van je vader zullen vergaan. Maar wie weet of je naar het koninkrijk bent gekomen voor een tijd als deze?’ (Esther 4:14 / NBG).
Deze woorden dienen als een krachtige herinnering dat zwijgen in het aangezicht van onrecht geen optie is. In deze geest werd de verklaring waarin de aanslagen in Amsterdam werden veroordeeld, ook gedeeld met de Nederlandse opperrabbijn Binyomin Jacobs, waarbij verder werd benadrukt dat christenen in Nederland het Joodse volk krachtig steunen.

Bovendien heeft Israël in reactie op de aanslagen in Amsterdam snel actie ondernomen om de veiligheid van zijn burgers te waarborgen, waaronder het sturen van MDA-paramedici, het regelen van noodevacuatievluchten en andere dringende maatregelen. Deze inspanningen benadrukten de waakzaamheid en veerkracht die de Joodse gemeenschap nodig heeft, zowel in Israël als in het buitenland, en bevestigden opnieuw de niet-aflatende inzet van Israël om Joden overal te beschermen.

Deze episode onderstreept ook de vitale rol van christelijke solidariteit met Israël in tijden van crisis voor de Joodse staat en het Joodse volk. De laatste rapporten geven aan dat de kantoren van een andere pro-Israëlische christelijke organisatie in Nederland zojuist zijn vernield vanwege hun inspanningen om ook achter de Joodse natie te staan.

Op zulke momenten is het duidelijk dat Joden verre van machteloos zijn. Ze zijn sterk – niet uit vrije wil, maar uit noodzaak. En net zoals Esther werd geroepen “voor een tijd als deze”, zijn ook wij geroepen om op te komen voor gerechtigheid, om ons uit te spreken en om degenen te steunen die te maken hebben met haat en vervolging. Zoals Jesaja 62:1 verklaart: “Ter wille van Sion zal ik niet zwijgen, ter wille van Jeruzalem zal ik niet zwijgen, totdat haar rechtvaardiging schijnt als de dageraad, haar redding als een brandende fakkel” (NBV).
Christenen moeten zich blijven uitspreken en ervoor zorgen dat dergelijke Jodenhaat nooit meer wortel schiet.

Geschreven door Marelinke van der Beek, ICEJ-staf
Hoofdfoto: ICEJ-Nederland Jacob Keegstra (rechts) met de Nederlandse opperrabbijn Binyomin Jacobs (links) (Fotografie ICEJ Nederland)