
ICEJ helpt Holocaust-overlevenden tijdens 12-daagse oorlog met Iran
Publicatiedatum - 03/07/2025Na twaalf lange dagen van sirenes, slapeloze nachten en onophoudelijke oorlogsangst keert er een broze rust terug in Haifa. Voor de bewoners van het ICEJ-tehuis voor overlevenden van de Holocaust in deze grote havenstad brengt het einde van dit laatste conflict zowel opluchting als bezinning. Deze dierbare mannen en vrouwen hebben tijdens de nazi-genocide al de donkerste hoofdstukken uit de moderne geschiedenis doorstaan: honger, ontheemding, trauma’s en diepgaand verlies. En nu, zelfs op hun oude dag, blijven ze een buitengewone veerkracht tonen.
De recente oorlog met Iran, in Israël bekend als “Operatie Rising Lion”, was anders dan alles wat Israël ooit heeft meegemaakt. Enorme ballistische raketten richtten zich op Israëlische steden, huizen werden tot puin herleid en hele gemeenschappen werden geëvacueerd. Maar ondanks alles zetten onze overlevenden van de Holocaust door met opmerkelijke standvastigheid. We prijzen God voor Zijn bescherming tijdens deze periode, want één raket sloeg slechts 800 meter van ons tehuis in Haifa in.

Het team van de Christian Embassy in het Haifa Home reageerde vanaf de eerste dag van het conflict snel. De keuken en eetzaal waren elke ochtend en middag in volle bedrijf om warme maaltijden te bereiden en te verpakken voor overlevenden van de Holocaust, niet alleen voor onze bewoners, maar ook voor anderen in de omgeving van Haifa. Elke dag werden bijna 400 warme maaltijden gekookt, verpakt en bezorgd aan overlevenden van de Holocaust, van wie sommigen te bang of te zwak waren om hun huis te verlaten. Elke maaltijd, persoonlijk bezorgd door zorgzame vrijwilligers, was een boodschap van liefde en zorg; een herinnering voor elke overlevende dat ze niet vergeten zijn, dat iemand hen ziet.
Onder de 400 overlevenden die we te eten gaven, was Ina, geboren in Moldavië en overlevende van de getto’s in Transnistrië, waar ze tijdens de Shoah zowel haar ouders als haar grootmoeder verloor.
“Het verwarmt ons hart dat jullie voor ons zorgen en dat jullie onze moeilijkheden begrijpen”, vertelde Ina ons. “Ik ging niet eens naar buiten om mijn medicijnen te halen. Dank jullie wel, uit de grond van mijn hart!”

Asia, die tijdens de oorlog naar Siberië werd gedeporteerd, leed honger, kou en ziekte voordat ze uiteindelijk in 1990 naar Israël emigreerde.
“Ik ben zo blij dat ik in Israël ben en nu dienen mijn kleinkinderen in het IDF”, zei ze trots met een glimlach. “Heel erg bedankt voor die warme maaltijden. Ze waren een zegen voor ons in deze zeer moeilijke tijd van oorlog.”
Lydia, geboren in 1934, overleefde het 900 dagen durende beleg van Leningrad. Ze herinnert zich de kou en de hongersnood die bijna een miljoen mensen het leven kostten. Tegenwoordig woont ze in Haifa en is ze dankbaar voor elk bezoek en elk vriendelijk woord.
In een van de hostels waar we maaltijden uitdeelden, ontmoetten we ook Yaroslava, geboren in 1935 en de laatste nog levende “Rechtvaardige onder de Volkeren” in Haifa. Op zesjarige leeftijd fungeerde ze als boodschapper voor haar grootvader en hielp ze Joden te verbergen en te voeden in het door de nazi’s bezette Polen. In 1995 mocht ze naar Israël emigreren en woont nu in een bejaardentehuis. Haar moed en medeleven, zelfs als kind, blijven velen inspireren.

In een appartement ontmoetten we het echtpaar Shoshana en Raphael, wier liefde decennialang standhield, zelfs in tijden van oorlog. Op 90-jarige leeftijd had Raphael moeite om de schuilkelder te bereiken toen de sirenes loeiden.
“Ga jij maar, Shoshana. Ik hou van je. Blijf veilig,” zei hij dan.
Maar zij antwoordde altijd: “Ik hou ook van jou en ga niet zonder jou.”
Tova, die de Holocaust in Roemenië overleefde, woont samen met haar zoon Avi, een gewonde veteraan uit de Tweede Libanonoorlog. Hun huis heeft geen schuilkelder, maar toch bleef ze vertrouwen houden.
“Het zijn ik, Avi en God, en Hij heeft ons beschermd,” verzekerde Tova. “Het gaat niet om het eten, het gaat erom dat je bent gekomen. Dat geeft me hoop.”
In een ander appartement troffen we Eduard aan, 88 jaar oud, die ooit op straat leefde omdat hij de trap naar zijn flat niet op kon. Nu blijft hij met hulp van een verzorger thuis, maar alleen.
“Hartelijk dank voor je bezoek,” zei hij. “Ik voel je zorg en liefde, dat betekent alles voor me!”
Shlomo Katz, ooit een gerespecteerd arts en een trotse zionist die in 1977 vanuit de USSR naar Israël emigreerde, is nu bijna blind. Hij vond de oorlog bijzonder moeilijk.
“In het donker naar de schuilkelder rennen… Ik kon bijna niets zien. Ik voelde me gevangen”, herinnert hij zich.

En toen ontmoetten we Avraham en Ruth, een echtpaar dat al 68 jaar getrouwd is. Avraham kwam in 1946 met een immigrantenschip uit Polen aan, als enige overlevende van de Holocaust in zijn familie. Na een korte tussenstop op Cyprus bereikte hij het Land van Israël en ontmoette hij Ruth, een in Israël geboren sabra. Ze bouwden samen een leven op in Israël.
“Het is niet alleen het eten, maar ook de liefde en zorg die jullie in ons huis hebben gebracht. Dat is wat we zullen onthouden”, vertelde Ruth aan ons team.
“We zijn nog steeds aan het bijkomen van deze 12-daagse oorlog, die aanvoelde als 12 maanden”, merkte Yudit Setz, hoofd van ons team in Haifa, op. ” De realiteit in Israël is dat het land van het ene op het andere moment verandert van een staat van oorlog naar volledige normaliteit, wat het gevoel geeft dat we allemaal nog maar even geleden op een andere planeet leefden. Al onze bewoners en verzorgers zijn zo opgelucht. Niet meer midden in de nacht opstaan, niet meer naar de schuilkelders rennen en geen enge sirenes meer die op elk moment kunnen afgaan. Het openbaar vervoer rijdt weer en we gaan allemaal verder met ons leven zoals voorheen.”
Tijdens de oorlog en de nasleep ervan betekenden een warme maaltijd en het contact met onze vriendelijke bezorgteams alles voor degenen die al het onvoorstelbare hadden doorstaan. De ICEJ is vereerd om zoveel overlevenden van de Holocaust in Israël te blijven steunen, vooral in deze zeer kwetsbare momenten. Mogen hun verhalen nooit worden vergeten en mogen we altijd klaar staan om hen met warmte en respect te dienen.
Hoofdfoto: ICEJ adjunct-directeur hulpverlening Yudit Setz (midden) met Ina (links) en Yaroslava (rechts).