Ark of the covenant

In het verloop van de Bijbelse geschiedenis zijn er maar weinig draden zo levendig en duurzaam als Gods belofte van het Land Kanaän aan het Joodse volk. Deze landbelofte is een integraal onderdeel van het goddelijke verbond dat voor het eerst met Abraham werd gesloten en dat duizenden jaren heeft nagegalmd en niet alleen de bestemming van Israël vorm heeft gegeven, maar ook de spirituele reis van christelijke gelovigen wereldwijd.

In de kern gaat de landbelofte niet alleen over onroerend goed; het is een getuigenis van Gods trouw en Zijn grootse verlossingsplan. Toen God Abraham riep en zei: “Sta op en ga naar een land dat ik je zal wijzen”, zette Hij een goddelijk plan in werking dat uiteindelijk alle families op aarde zou ‘zegenen’. Deze roeping was niet alleen voor Abrahams welzijn, maar voor de verlossing van de wereld.

De taal van de landoverdracht in dit verbond is fascinerend. In Genesis zien we dat God de verleden, tegenwoordige en toekomende tijd gebruikt wanneer hij over de toewijzing van het land spreekt. Bijvoorbeeld, “Ik gaf”, “Ik geef” en “Ik zal geven” staan allemaal in wezen alleen al in één vers (Genesis 35:12) Deze eigenaardige formulering suggereert meer dan een eenvoudige eigendomstransactie. Het impliceert een voortdurende overdracht, een vertrouwensrelatie tussen God en Zijn volk. Het Land wordt weliswaar aan Israël beloofd, maar blijft uiteindelijk Gods bezit.

Dit concept wordt verder versterkt in Leviticus 25:23, waar God verklaart: “Het land zal niet voor altijd verkocht worden, want het land is van Mij, want jullie zijn vreemdelingen en vluchtelingen bij Mij.” Het is een krachtige herinnering dat aan Israël het land is toevertrouwd, maar dat zij eerder rentmeesters zijn dan rechtmatige eigenaars.

Deze belofte van land is nauw verweven in alle heilsverbonden in de Bijbel. In Psalmen 105 worden we eraan herinnerd dat God “Zijn verbond voor altijd gedenkt, het woord dat Hij gebood voor duizend generaties.” Dit verbond, gesloten met Abraham en bevestigd aan Izaäk en Jakob, omvatte de belofte van het Land Kanaän als hun erfdeel; inderdaad een “eeuwigdurend bezit” volgens Genesis 17:8. Het is een belofte die generaties overspant. Het is een belofte die generaties overspant, wat de eeuwigdurende aard ervan benadrukt.

Het is interessant dat deze landbelofte niet beperkt is tot het Oude Testament. In het Nieuwe Testament zien we Stefanus, vlak voor zijn martelaarschap, vertellen hoe God het Land aan Abraham en zijn nakomelingen beloofde, zelfs voordat hij het land binnenging of een kind had. Deze continuïteit tussen de verschillende testamenten onderstreept de blijvende betekenis van de landbelofte in Gods verlossingsplan.

Belofte brengt echter verantwoordelijkheid met zich mee. Het verbond dat door Mozes werd gesloten, stelde voorwaarden aan het recht van Israël om in het land te wonen. Deuteronomium 28 en Leviticus 26 beschrijven de zegeningen voor gehoorzaamheid en de gevolgen voor ongehoorzaamheid. Als Israël rechtschapen wandelde, vluchtten hun vijanden zeven wegen. Maar in tijden van rebellie riskeerden ze ballingschap. Maar zelfs in ballingschap bleef de belofte bestaan, omdat God het Land aan Abrahams nakomelingen had toevertrouwd door middel van een gezworen eed. Gods trouw zorgde ervoor dat Hij Zijn volk altijd weer naar het Land zou laten terugkeren, een proces waarvan we in de moderne tijd opnieuw getuige zijn geweest.

Deze cyclus van bezit, ballingschap en terugkeer dient als een krachtige objectles voor alle naties. Het toont Gods trouw en genade door het Abrahamitische verbond en Zijn heiligheid en gerechtigheid in het Mozaïsche verbond. Israëls verblijf in en buiten het Land wordt een licht voor de naties, en illustreert wat het betekent om trouw met God te wandelen en Zijn zegeningen te kennen of Zijn correctie voor ongehoorzaamheid onder ogen te zien.

De Landbelofte gaat niet alleen over een fysiek stuk onroerend goed; het gaat uiteindelijk over de betrouwbaarheid van God om Zijn woord te houden. We moeten de hedendaagse terugkeer van Israël naar het thuisland van zijn voorouders zien als een bevestiging van zijn trouw aan al zijn verbondsbeloften, inclusief de beloften die wij genieten onder het Nieuwe Verbond in Christus.

Nu we getuige zijn van conflicten over grenzen en soevereiniteit in het Midden-Oosten, worden we herinnerd aan de profetie van Ezechiël over God die Israël oordeelt aan zijn grenzen. Deze strijd is niet alleen geopolitiek; hij heeft ook een geestelijke dimensie en weerspiegelt het voortdurende proces waarin God Zijn volk een gunst bewijst door hen terug te brengen naar het Land en uiteindelijk naar Zichzelf door middel van de Messias.

Het einddoel van dit goddelijke drama wordt prachtig beschreven in Deuteronomium 32. Het spreekt over een tijd waarin niet-Joden zich met Gods volk zullen verheugen omdat Hij “verzoening zal brengen voor Zijn land en Zijn volk.” Dit wijst op een toekomst waarin de landbelofte zijn volledige verwezenlijking vindt, niet alleen in termen van fysiek bezit, maar ook in geestelijk herstel.

Dit herstel is nauw verbonden met de Messias. Jezus zelf sprak over een dag waarop Jeruzalem Hem zou verwelkomen en zei: “Gezegend is Hij die komt in de naam van de Heer.” (Matteüs 23:39) Dit suggereert een nationale verlossing voor Israël, een moment van erkenning en berouw dat echte vrede en rust in het Land zal inluiden.

Terwijl we nadenken over dit grote verhaal, worden we opgeroepen tot geduld en respect voor Gods timing en doel. De strijd die we vandaag de dag zien, maakt deel uit van een verlossingsproces dat uiteindelijk de hele wereld ten goede zal komen. Onze rol is niet om resultaten af te dwingen, maar om Israël te steunen en te bidden voor zijn vrede en profetische bestemming, in het besef dat God naar een glorieuze afloop toewerkt.

Israëls terugkeer naar hun Land is daarom geen politiek ongeluk of historische anomalie, maar een levendige illustratie van Gods trouw, Zijn corrigerende liefde en Zijn onveranderlijke plan voor de verlossing van de wereld. Het herinnert ons eraan dat God Zijn woord houdt, zelfs duizenden jaren lang. Het daagt ons uit om te vertrouwen op Zijn timing en doel, zelfs wanneer de omstandigheden erbarmelijk lijken uit te zien.

Voor gelovigen vandaag de dag heeft deze oude landbelofte diepgaande implicaties. Het roept ons op om:

  1. Vertrouw op Gods trouw: Als God trouw is aan Zijn beloften aan Israël, dan kunnen wij erop vertrouwen dat Hij trouw zal zijn aan Zijn beloften aan ons in Christus.
  2. Gods doorgaande werk te erkennen: De moderne terugkeer van Joden naar Israël is niet alleen een politieke ontwikkeling; het is onderdeel van een geestelijk proces van God die Zijn volk terugtrekt naar Zichzelf.
  3. Bid voor vrede: Het begrijpen van Gods hart voor Israël en de naties zou ons moeten bewegen om ernstig te bidden voor vrede en voor de vervulling van Gods doelen.
  4. Kijk hoopvol vooruit: De Landbelofte wijst naar een toekomst waarin de hele schepping haar rust zal vinden in God. Dit geeft ons hoop en perspectief in moeilijke tijden.

Als we nadenken over deze oude beloften en hun moderne implicaties, mogen we dan vervuld zijn van ontzag voor Gods trouw, geïnspireerd worden door Zijn geduld en bewogen worden om onze harten af te stemmen op Zijn doelen voor Israël en alle naties. Op die manier nemen we deel aan een verhaal dat veel groter is dan wijzelf – een verhaal van verbond, verlossing en uiteindelijk herstel.

Geschreven door David R. Parsons, ICEJ senior vice-president & woordvoerder
Foto: David die de ark van het verbond naar Jeruzalem begeleidt. (Illustratie door Charles Delagrave)