Resurrection Sunday 2025

Pesach heeft, net als elk groot bijbels feest dat aan Israël werd gegeven, ongelooflijke profetische doelen die in de vieringen verborgen liggen. Veel van deze verlossende doelen werden vervuld in de eerste komst van Jezus, toen Hij zijn leven gaf aan het kruis voor onze zonden. Zelfs Zijn glorieuze opstanding werd al voorafschaduwd in het offeren van de eerste vruchten tijdens Pesach in de oudheid.

Volgens de wet van Mozes was het volk Israël door God verplicht om samen te komen voor een heilige samenkomst tijdens de drie belangrijkste oogstseizoenen per jaar – namelijk Pesach, Pinksteren en Loofhutten (Exodus 23:14-16). Elk feest was een viering van dankbaarheid voor de verschillende oogstseizoenen in Israëls landbouwkalender.

Israël de eerstgeborene

Interessant genoeg beschreef God het volk Israël als Zijn eerstgeborene. “Zo zegt de Heer: ‘Israël is Mijn zoon, Mijn eerstgeborene.’” (Exodus 4:22)

Dit betekent dat God Israël de rang van eerstgeborene onder de volken heeft gegeven. Door dit te zeggen, verklaarde God op een prachtige manier Zijn intentie om alle volken op aarde te zegenen. Denk aan wat Paulus zei: “Indien de eersteling heilig is, zo is de klomp heilig.” (Romeinen 11:16)

Door Israël als Zijn eerstgeborene te roepen en te zegenen, verklaarde de Schepper dat Hij ook een verlost volk uit alle volken zou roepen en zegenen. Dit komt overeen met de roeping die God vanaf het begin op Israël plaatste: “In u zullen alle geslachten der aarde gezegend worden.” (Genesis 12:3)

Het was inderdaad door het ene “zaad” van Abraham, Jezus de Messias, dat deze zegening naar de hele mensheid kwam (Galaten 3:13-16).

Maar Israëls roeping als eerstgeborene onder de volken geeft ook hoop voor het herstel van Israël. De eerstgeborene zijn verzekerde het voorrecht van een dubbele zegen (Deuteronomium 21:15-17).

De profeet Jeremia verkondigde verder: “Zie, Ik zal hen brengen uit het noorden en hen verzamelen van de einden der aarde… Ik zal hen doen wandelen langs de rivieren van water, op een rechte weg waarin zij niet zullen struikelen; want Ik ben een Vader voor Israël, en Efraïm is Mijn eerstgeborene.” (Jeremia 31:8-9)

Andere Hebreeuwse profeten voorzagen eveneens een toekomstig herstel van Israël dat een dubbele zegen over de natie zou inhouden (Jesaja 61:7; Zacharia 9:12).

Omdat de erfenis van een eerstgeborene door God is verzekerd, weten we op dezelfde manier dat Hij al Zijn beloften aan Israël zal vervullen.

Een leeg graf (Pisit Heng/Unsplash)

Jezus, de eerstgeborene uit de dood

Tijdens de Pesach-feestdag, op de eerste dag na de Sjabbat – dat is de eerste dag van de nieuwe week – werd het eerstelingenoffer in de Tempel gewuifd. De Evangeliën vermelden dat Jezus juist op die dag uit de dood opstond.

“Na de sabbat, toen de eerste dag van de week aanbrak, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria om het graf te zien…” (Matteüs 28:1). Jezus werd zo “de eerstgeborene uit de doden” (Kolossenzen 1:18; zie ook 1 Korintiërs 15:20).

Jezus was de eerste die de dood overwon en als zodanig ging hij de hemel binnen en bood hij zichzelf aan de Vader aan. Maar hij deed dat niet alleen voor zichzelf, maar in Hem, als de eerstgeborene, werden alle miljoenen gepresenteerd die “in Hem geloven en niet verloren gaan, maar eeuwig leven hebben” (Johannes 3:16).

Daarom noemt de Bijbel Hem “de eerstgeborene onder vele broeders”. (Romeinen 8:29)

“Want het was gepast voor Hem, voor wie alle dingen zijn en door wie alle dingen zijn, om in het brengen van vele zonen tot heerlijkheid, de aanvoerder van hun heil volmaakt te maken door lijden. Want zowel Hij die heiligt als zij die geheiligd worden, zijn allen één; daarom schaamt Hij Zich niet hen broeders te noemen, zeggende: ‘Ik zal uw naam verkondigen aan mijn broeders’ ….En nog eens: ‘Hier ben ik en de kinderen die God mij gegeven heeft.’” (Hebreeën 2:10-13). (Hebreeën 2:10-13)

Jezus is inderdaad de “eerstgeborene van heel de schepping” en heeft dus de suprematie in alle dingen (Kolossenzen 1:15, 18). Dus ook al kunnen we Hem onze oudere broer noemen, we eren en aanbidden Hem als onze Heer, Koning en Redder.

Geschreven door Jürgen Bühler, president ICEJ