Door Mijn Geest, zegt de HEERE van de legermachten
Publicatiedatum - 18/09/2024Het thema van het Loofhuttenfeest van dit jaar is ontleend aan Zacharia 4:6, een van de meest prominente profetieën in het Oude Testament over wat God van plan is te volbrengen in de Eindtijd. Het is rijk aan symboliek en parallellen met boodschappen in het Nieuwe Testament.
Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de HEERE van de legermachten.
De context van de passage is de terugkeer van het Joodse volk uit de ballingschap in Babylon. Onder de teruggekeerden waren Zerubbabel, een afstammeling van koning David en voorvader van Jezus, die diende als Israëls politieke leider; Jozua, de hogepriester; en de profeten Zacharia en Haggaï, die Zerubbabel en Jozua bijstonden bij de herbouw van de Tempel (Ezra 5:1-2).
Het hoofdstuk begint met een engel die met Zacharia spreekt en hem wekt alsof hij slaapt. Voor mij klinkt het alsof God het Joodse volk in deze laatste dagen wakker maakt uit een lange periode van slaap, terwijl ze verstrooid waren onder de naties. Hij brengt hen weer terug naar het land Israël om gewekt te worden voor Zijn doel voor hen in de laatste dagen.
De Menorah
Het is ook de moeite waard om op te merken dat de symboliek die in Zacharia 4 wordt afgebeeld van een menorah en twee olijfbomen of -takken vandaag de dag nog steeds een belangrijk symbool voor Israël is. Of het nu gaat om de Knesset, de residentie van de president, het kantoor van de premier of andere regeringsgebouwen, het officiële embleem van de staat Israël is precies dezelfde afbeelding uit Zacharia 4. De centrale menora of gouden kandelaar is het symbool van Israël.
De centrale menorah of gouden kandelaar met zeven armen is een bekend onderdeel van de inrichting van de Tabernakel van Mozes en de Tempel in Jeruzalem. Er is echter een klein verschil: Zacharia zag boven de menorah een schaal gevuld met gouden olie die de zeven takken voortdurend van olie voorzag via zeven pijpen. In zekere zin was het een verbeterde Menora voor tempeldienst, helemaal van goud gemaakt – een weerspiegeling van het volmaakte karakter van God.
Deze symboliek van de Menorah vinden we ook terug in Openbaring 1:12, waar Johannes zich omdraait en Jezus tussen zeven gouden kandelaars ziet staan en een krachtige boodschap van hem ontvangt. In vers 20 leren we dat de zeven kandelaren die Johannes zag de zeven kerken zijn. Dit betekent dat de kerk geroepen is als een profetisch licht, om licht te schijnen in de donkere tijden om haar heen.
De zeven kerken moeten licht geven aan de wereld. In het volgende hoofdstuk wordt een zeer succesvolle, groeiende, dynamische kerk in Efeze door God geprezen, maar Hij waarschuwt ook dat als jullie niet terugkeren naar jullie eerste liefde, Hij hun kandelaar zal komen weghalen (Openbaring 2:5). Ondanks al hun kerkelijke programma’s hebben ze hun passie voor Christus van vroeger verloren. En hoewel ze misschien nog wel bestaan als kerk, zullen ze hun kernroeping en vermogen om profetisch licht te schijnen in de wereld om hen heen verliezen.
Dit is een serieuze boodschap voor ieder van ons vandaag de dag, en dezelfde oproep werd aan het volk Israël gedaan. Het meest centrale gebod aan Israël, in Deuteronomium 6:4 is: “Hoor, o Israël, de Heer onze God, de Heer is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.” Als ze dit gebod ijverig opvolgen, zal Israël ook als een licht voor de naties dienen. Wat een verbazingwekkende parallel tussen Israël en de Kerk!
De twee olijfbomen
De tweede grote symboliek van Zacharia 4 zijn de twee olijfbomen, of wat hij later de twee olijftakken noemt (4:12). In het Nieuwe Testament zien we ook twee olijfbomen in Romeinen hoofdstuk 11 – de ene is de natuurlijke olijfboom van Israël en de andere is de wilde olijfboom van de niet-Joodse Kerk. Deze dubbele symboliek van de twee olijfbomen of takken komt in slechts enkele passages in de Bijbel voor.
De eerste wordt gevonden in Nehemia 8:15, toen Nehemia het volk Israël voor het eerst sinds vele generaties weer het Loofhuttenfeest liet vieren. Hij droeg hen op om loofhutten, of cabines, te bouwen terwijl ze dit grote, profetische feest vierden. Hij gebood hen ook om naar de hellingen te gaan en takken mee terug te nemen “van de olijf en de wilde olijf en de mirte en palm en andere loofbomen om een tent te maken” (Nehemia 8:15/ESV).
Nehemia verwijst naar het gebod van God met betrekking tot dit feest in Leviticus 23 met een kleine afwijking. Hij noemt hier niet alleen de natuurlijke of gecultiveerde olijfboom van Leviticus 23, maar ook een tweede soort olijftakken. De ene wordt in het Hebreeuws zayit genoemd, wat “olijf” betekent zoals het tegenwoordig wordt gebruikt, en het tweede Hebreeuwse woord is etz shemen, of de “boom van olie”. De ESV Bijbel vertaalt deze als de olijfboom en de wilde olijfboom, net als de bekende commentaren van Keil en Delitzsch, experts in de Joodse cultuur.
Dezelfde symboliek komt terug in Romeinen 11, waar Paulus de natuurlijke of gecultiveerde olijftakken van het Joodse volk vergelijkt met de wilde olijftakken van de niet-Joodse kerk. Door Gods genade zijn de wilde niet-Joodse takken tegennatuurlijk geënt in de gecultiveerde olijfboom van het gelovige Israël. (Romeinen 11:24)
Een ander voorbeeld van dit parallellisme is te vinden in Openbaring 11, waar Johannes heel toepasselijk een visioen van de Tempel ziet en de opdracht krijgt om het tafereel te “meten” of te beschrijven, waarvan hij opmerkt dat het twee profetische figuren bevat: “En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen, in rouwkleding gekleed, twaalfhonderdzestig dagen lang profeteren. Zij zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaars, die voor de God van de aarde staan.” (Openbaring 11:3-4 HSV)
Hier hebben we dezelfde symboliek van twee olijfbomen als in Zacharia 4, maar hij ziet ook twee kandelaren in plaats van één. Ik geloof dat deze profetieën met elkaar verbonden zijn en dat ze spreken over collectieve roepingen in deze laatste dagen, maar ook dat God individuele dienaren zal uitkiezen zoals de twee getuigen van Openbaring 11 die een zeer unieke en specifieke profetische roeping hebben in deze laatste dagen.
In de dagen van Zacharia waren het Zerubbabel en Jozua die God op een specifieke manier gebruikte, en het hele volk sloot zich bij hen aan om de Tempel te herbouwen. Het lijkt erop dat God deze twee getuigen op een vergelijkbare manier gaat gebruiken in deze laatste dagen, samen met Israël en de Kerk, om Gods eindtijddoelen te bereiken.
De olie
De olie die de schaal boven de Menorah vult en dan door de zeven pijpen in de zeven takken van de Menorah stroomt, is zonder twijfel een symbool van de Heilige Geest door de hele Bijbel heen. De olie, en in het bijzonder de zalfolie in de Tempel, vertegenwoordigt de kracht en de gave van Gods volk om de roeping te volbrengen die God op hun leven heeft gelegd. En de beeldspraak van de schaal boven de Menora met zijn pijpen geeft aan dat er een eindeloze beschikbaarheid van de Heilige Geest is in deze laatste dagen om de doelen van God te volbrengen.
Verbazingwekkend genoeg beschrijft Zacharia 4:12 hoe door de twee gouden pijpen de gouden olie in de Menorah stroomt. Het is interessant om te zien dat in de originele Hebreeuwse tekst de gouden olie waarnaar hier wordt verwezen niet echt olie is, maar gewoon goud. Zoals we eerder zeiden, vertegenwoordigt goud het karakter van God. Het betekent dus dat in deze eindtijdkerk en dit werk van God onder het volk Israël, de Heilige Geest op een krachtige manier het karakter van God uit Zijn volk naar voren zal brengen. Het zal een groot getuigenis en profetisch licht zijn voor de naties.
Geschreven door dr. Jürgen Bühler, ICEJ President