ICJ Den Haag 26 januari 2024

Persverklaring door: David Parsons, vice-president & senior-woordvoerder ICEJ

De International Christian Embassy Jerusalem spreekt haar uiterste ontzetting uit over de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag op vrijdag 26 januari 2024 betreffende de aanklacht van Zuid-Afrika onder het Genocideverdrag tegen Israël.

De wereld was geschokt en walgde van de kwaadaardige gruweldaden die Hamas op 7 oktober jongstleden beging tegen onschuldige Israëli’s, en de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van vandaag maakt de schok en de pijn van die donkere dag alleen maar erger. Dat de grote meerderheid van de rechters in het Hof rustig blijft zitten bij het voorlezen van zijn uitspraken aan de vooravond van 27 januari, door de internationale gemeenschap uitgeroepen tot Internationale Dag ter Herdenking van de Holocaust, maakt onze teleurstelling over het verraad van de wereld aan de Joodse staat en het Joodse volk alleen maar groter. Deze beslissing keert rechtvaardigheid om en is gebaseerd op tientallen jaren waarin de Verenigde Naties en al hun forums ‘s werelds meest sluwe verspreiders van antisemitisme zijn geworden. Deze wereldwijde instellingen werden opgericht met eerbare bedoelingen, inclusief het voorkomen van een herhaling van de genocide op de Joden door de Nazi’s, maar toch brengen deze forums Israël nu in groot gevaar door geloof te hechten aan deze schandalige beweringen dat het land genocide pleegt in Gaza.

“Wee degenen die het kwade goed noemen en het goede kwaad; die duisternis voor licht stellen en licht voor duisternis,” waarschuwde de Hebreeuwse profeet Jesaja (5:20). Israël verdedigt zijn burgers terecht tegen massamoorden, verkrachtingen, verminkingen en martelingen, en toch wordt het nu berispt door het Wereldtribunaal, terwijl Hamas en andere gewapende Palestijnse milities volledig vrijuit gaan. Desondanks vertrouwen we erop dat de Here God Israël zal bewaren en beschermen zoals Hij heeft beloofd (Psalm 121:4; Jeremia 31:10).

Fotografie: Piroschka van de Wouw/Reuters