Als je iemand ontmoet, is vaak een van de eerste vragen: “Hoe is het met je?” Momenteel vind ik dat zo’n lastige vraag om te beantwoorden. Aan de ene kant gaat het goed, maar aan de andere kant draag ik ook een diep verdriet en shock met me mee over het leed dat Israël is aangedaan. Als ik nog denk aan de donderdag van het Loofhuttenfeest, alles leek zo mooi en vredig. Zelfs Rafi (zie artikel over de oogst), had de dag tevoren te horen gekregen dat hij kon slapen met zijn schoenen uit. Met andere woorden: hij kon rustig slapen en genieten van de Shabbat en ‘Simchat Torah’ (Vreugde van de Wet).

Nieuwe immigrant

Een tiener – die kortgeleden Aliyah heeft gemaakt uit Ethiopië – die in Sderot woonde, legde uit dat hij precies wist wat te doen als er raketten worden afgeschoten. Maar op het moment dat hij vernam dat er terroristen waren, mensen te voet, was dat iets waar hij niet op voorbereid was. Hoe moet je hierop reageren?
Kinderen die opgroeien in de regio’s die grenzen aan Gaza wisten precies waar elke schuilplaats was en wat ze moesten doen. Maar op deze beruchte ‘Zwarte Shabbat’ viel dat allemaal weg. Toen de raketten overvlogen, gingen de mensen automatisch de schuilplaats in. Voor sommigen een redding, voor velen werd dit fataal. Iedereen kent mensen die vermoord zijn en/of gekidnapt. De kinderen hebben te veel gezien en gehoord.

In gesprek met Tayir – een moeder – realiseerde ik me de angst die er moet zijn geweest. Ze woonde in Yevul (ten zuiden van de Gazastrook) met haar man en vier kinderen, en bij de eerste raketten gingen ze de schuilkelder in. Door de dag heen, met af en aan internet en elektriciteit, begrepen ze dat er terroristen in de buurt waren die mensen vermoordden en kidnapten. Ze zaten in de schuilkamer van zaterdagochtend vroeg tot zondagmiddag half 2. Al die tijd wisten ze niet precies wat er gaande was, en konden ze de omvang niet bevatten. Ze wisten alleen dat er terroristen bezig waren met een moordpartij. Na 36 uur, zo rond half 2 zondagmiddag, werden ze gered uit de schuilkamer, en al rennend uit huis hebben ze toch gauw nog wat spullen in een koffer kunnen doen. De reis naar een veiligere plek was niet zonder gevaar en zeer beangstigend.

Sinds 8 oktober zijn de meeste dorpen geëvacueerd en zijn de families door het hele land opgevangen in hotels. Nu komt ook de kracht naar boven van gemeenschap en het dorpsleven. Door de sterke saamhorigheid zijn dorpen samen geëvacueerd naar dezelfde plaatsen en als het enigszins mogelijk is ook naar hetzelfde hotel. Eilat lijkt veilig, maar dat is niet helemaal waar. Gisteren, woensdagmiddag, ging het alarm, een langeafstandsraket vanuit Jemen … Kun je je indenken wat voor een emoties dit teweegbrengt? Tayir, normaal zo rustig, raakte in paniek. Waar waren de kinderen? De oudste twee tieners waren met vrienden, terwijl de tweeling van zes net naar de club gingen en het hotel zouden verlaten. Waren ze al buiten het hotel? Tayir holde naar beneden om te kijken waar de tweeling was, en ze maakte contact met de twee tieners. Een van haar dochters liet weten dat de tweeling bij haar in de schuilkelder van het hotel was.

Traumatherapie

De eerste weken na 7 oktober waren velen in een shocktoestand. Ze waren niet aan het werk en waren als familie veel samen. Voor veel families was het niet gemakkelijk om van een dorp waar de kinderen buiten kunnen spelen ineens in een hotel te zitten met misschien alleen een balkon. In overleg met ‘traumatherapie centra’ werd besloten dat families zoveel mogelijk hun ‘gewone’ leven weer op zouden moeten pakken. Maar hoe kunnen ouders werken of traumatherapie volgen als ze ook de continue zorg voor de kinderen hebben? Dus al gauw werd besloten dat de kinderen naar het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal en school moesten gaan, ook om zo het trauma te kunnen verwerken en om een soort ‘normale’ situatie te brengen. Dus geen kinderen mixen van verschillende dorpen, maar scholen inrichten zoals de kinderen het gewend zijn. En hier komt de ICEJ om de hoek kijken. Drie scholen zijn ondertussen ingericht door de steun van de ICEJ (van stoelen tot speelgoed). En we hebben nog eens zeven scholen toegezegd om te helpen. Deze kleine kinderen, die zo veel hebben meegemaakt, kunnen nu weer lekker kind zijn en spelen. Maar wat gaat er allemaal in die koppies om? Gelukkig is er een traumatherapiecentrum ingericht waar mensen worden behandeld voor de meegemaakte verschrikkelijkheden. Als je al deze kinderen ziet kun je je toch niet voorstellen om die onschuldige snoetjes wat aan te doen?
Ik ben diep onder de indruk van de veerkracht van deze gemeenschappen. Ze hebben rake klappen gehad, maar proberen zo veel mogelijk het ‘normale’ leven weer op te pakken, samen als gemeenschap, samen in Israël, en samen met de vrienden van Israël. En in dat samen, staan wij naast hen.

De ICEJ helpt bij de opbouw van meer therapiecentra in Israël.

Geschreven door Jannie Tolhoek, ICEJ Aid