Lula da Silva at the African Union Summit

Kaïn & Abel en de strijd tegen antisemitisme

In de nasleep van de brute Hamasmoord op 1200 Israëli’s op 7 oktober, is het opzienbarend en zeer, zeer huiveringwekkend om te zien hoe belangrijke wereldleiders de meest schaamteloze antisemitische formuleringen spuien, zelfs op gewichtige internationale forums.

Tijdens een hoorzitting deze week voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, hielden vertegenwoordigers van Zuid-Afrika vol dat het beleid van Israël ten opzichte van de Palestijnen “een extremere vorm van apartheid” is dan wat zwarten onder het echte apartheidsregime leden. Dit komt na hun eerdere valse beschuldiging voor hetzelfde Hof dat Israël “genocide” pleegt in zijn zelfverdedigingsoorlog in Gaza.

Francesca Albanese, ambtenaar bij de Verenigde Naties, hield vorige week nog vol dat “de slachtoffers van 7/10 niet werden gedood vanwege hun Jodendom, maar als reactie op de onderdrukking door Israël”. Een andere hoge VN-functionaris, Martin Griffiths, verklaarde later dat “Hamas voor ons geen terroristische groepering is… Het is een politieke beweging.”

Als klap op de vuurpijl vertelde de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva deze week op een persconferentie tijdens een top van de Afrikaanse Unie dat “wat er gebeurt in de Gazastrook geen oorlog is, het is een genocide… Het is een oorlog tussen een goed voorbereid leger en vrouwen en kinderen. Wat er gebeurt in de Gazastrook met het Palestijnse volk is op geen enkel ander moment in de geschiedenis gebeurd. Eigenlijk is het wel gebeurd: toen Hitler besloot om de Joden te vermoorden.”

Ondanks de kritiek op zijn schandalige antisemitische opmerkingen, kreeg Lula da Silva steun van zijn linkse collega-presidenten in Bolivia en Colombia, die het er allebei over eens waren dat Lula “alleen maar de waarheid sprak”.

Hier zijn dus professionele VN-bureaucraten en bekleders van hoge ambten, die dergelijke posities van verantwoordelijkheid en macht alleen hadden kunnen bereiken door een aanzienlijke mate van zelfdiscipline te handhaven, en toch schijnen ze zich plotseling niet te kunnen inhouden om hatelijke en weerzinwekkende uitspraken te spuwen tegen de Joodse natie en het Joodse volk.

Socialist  workers at anti-Israel protest  in London

Hoe kunnen we deze uitbarstingen van antisemitisch en anti-Israël vitriool verklaren? Het is inderdaad mystificerend hoe antisemitisme – ‘s werelds oudste haat – zo lang heeft kunnen voortbestaan, en hoe het vandaag radicale islamisten en radicale marxisten samenbrengt.

Sinds de terreurmilitie van Hamas afgelopen oktober haar wrede pogrom uitvoerde, hebben we onze aandacht en gebeden gericht op het bestrijden van de Geest van Amalek, die we hebben geïdentificeerd als de hoofdoorzaak van veel antisemitisme door de geschiedenis heen, en ook als de oorzaak van de onophoudelijke Palestijnse haat en geweld tegen de Joodse staat Israël vandaag de dag. Dus wat is de Geest van Amalek?

Amalek was een kleinzoon van Esau, die zowel zijn geboorterecht als zijn zegening als eerstgeborene verloor aan zijn jongere tweelingbroer Jakob. En ook al verzoende Ezau zich uiteindelijk met Jakob (Genesis 33:4), zijn kleinzoon Amalek accepteerde het verlies van de erfenis van zijn familie nooit. Deze brandende afgunst dreef later zijn Amalekitische nakomelingen ertoe om de Israëlieten aan te vallen bij Rephidim (Exodus 17), en opnieuw onder Saul (1 Samuël 15), en Davids kamp bij Ziklag (1 Samuël 30), en tenslotte de verbannen Joden van Perzië door Haman in het boek Esther.

Deze geest van Amalek kwam voort uit een klassiek geval van rivaliteit tussen broers en zussen, die door sommige filosofen wordt gezien als de hoofdoorzaak van alle geweld. Inderdaad, rivaliteit tussen broers en zussen en de wrijvingen die deze veroorzaken vormen een belangrijk thema in het hele boek Genesis. De Hebreeuwse patriarch Abraham had twee rivaliserende zonen, Isaak en Ismaël; ook hun moeders Sarah en Hagar hadden ruzie. Er waren spanningen tussen Jakob en Esau en tussen Jozef en zijn elf broers, samen met de strijdende zussen Rachel en Leah. Toch geeft het bijbelse verhaal aan dat in de meeste gevallen de broers zich uiteindelijk verzoenden, waardoor we een hoopvolle boodschap overhouden dat zelfs scherpe familieruzies overwonnen kunnen worden.

Maar Amalek was een uitzondering, wat we zien in de manier waarop al zijn latere generaties een etterende jaloezie en haat koesterden tegen hun Israëlitische neven en nichten. Helaas zegt de Bijbel zelfs: “de Heer zal van generatie op generatie oorlog voeren tegen Amalek.” (Exodus 17:16)

De allereerste rivaliteit tussen broers en zussen in het boek Genesis eindigde ook in een tragedie, toen Kaïn zijn broer Abel doodde. Dit is een kort verhaal maar rijk aan betekenis, en uiteindelijk is het een les in waarom Hamas op 7 oktober Israëliërs zo wreed aanviel.

In hoofdstuk vier van GENESIS lezen we dat Adam en Eva twee zonen baarden. De oudste zoon Kaïn werd een grondbewerker, terwijl de jongste Abel een herder was. Na verloop van tijd brachten ze beiden offers aan God. Kaïn bracht een “offer van de vrucht van de grond” aan de Heer, terwijl Abel “de eerstgeborene van zijn kudde en van hun vet” offerde. En “de Heer respecteerde Abel en zijn offer, maar Hij respecteerde Kaïn en zijn offer niet. En Kaïn was zeer toornig, en zijn gelaat verviel.” (Genesis 4:3-5)

Toen Hij de opgewonden toestand van Kaïn opmerkte, kwam de Heer naar hem toe en waarschuwde hem dat hij de brandende afgunst jegens zijn broer Abel niet de overhand moest laten krijgen. “Als je het goed doet, word je dan niet aangenomen? En als je het niet goed doet, staat de zonde voor de deur. En haar verlangen is naar jou, maar jij moet over haar heersen.” (Genesis 4:7)

De boodschap hier is een goed advies voor ieder van ons om God te behagen en de zonde te vermijden. Kaïn hoefde niet boos te blijven. Hij had een deel van zijn oogst voor een schaap kunnen ruilen en een aanvaardbaar bloedoffer aan de Heer kunnen offeren, wat de enige manier is om werkelijk voor de zonde te boeten (Hebreeën 9:22). Kaïn had die les al moeten leren van zijn ouders, die hun naaktheid en schaamte met vijgenbladeren probeerden te bedekken voordat de Heer zelf het bloed van een dier vergoot om lendendoeken van dierenhuiden voor hen te maken (Genesis 3:7, 21).

De Heer voegde eraan toe dat als Kaïn bleef stoven in zijn woede, de zonde (overtreding) om de hoek hurkte, klaar om hem te bespringen. Toen Hij waarschuwde dat de zonde je “begeert”, betekent het oorspronkelijke Hebreeuwse woord eigenlijk dat het naar ons verlangt, om ons te laten struikelen en ons in de problemen met God te brengen. Het is dus het beste om jezelf onder controle te krijgen en verleidingen te weerstaan.

Cain  and Abel

Kaïn slaagde echter niet voor de test en liet het vuur van jaloezie in hem oplaaien tot het punt waarop hij zijn eigen broer vermoordde.

Het verhaal van Kaïn en Abel is eigenlijk de eerste godsdienstoorlog in de menselijke geschiedenis. Kaïn sloeg zijn broer dood omdat Abel God op de juiste manier had aanbeden en Zijn aandacht en gunst had gekregen. Verschillende religies geloven allemaal dat zij het juiste pad naar God bieden. Maar de Heer openbaarde aan het Joodse volk Zijn gekozen weg naar de juiste positie voor Hem. Het geboorterecht en de zegen om deze ongelooflijke openbaring te beheren ging van Abraham via Izaäk naar Jakob en zijn twaalf zonen. Dit zorgde onderweg voor jaloezie onder andere familieleden, die vonden dat het erfdeel van hen had moeten zijn, wat uiteindelijk leidde tot de wrede erfenis van de Geest van Amalek.

Deze brandende religieuze jaloezie hechtte zich later aan het christendom en bracht generaties van niet-Joodse gelovigen voort die ervan overtuigd waren dat zij Israël hadden vervangen als Gods bevoorrechte zonen. De tragische erfenis van het christelijke antisemitisme achtervolgt de kerk tot op de dag van vandaag. Maar gelukkig zijn veel Christenen vandaag de dag bevrijd van die geest van afgunst en hebben ze vertrouwen in Gods verkiezing over ons, terwijl ze ook Zijn blijvende, onherroepelijke verkiezing over Israël accepteren (Romeinen 11:29).

Helaas heeft de geest van Amalek zich vanaf het begin ook aan de Islam gehecht en vandaag de dag brengt deze overal ter wereld radicale moslimterroristen voort die in jaloerse woede opstaan om de Joden uit te roeien in plaats van een betere manier te vinden om de enige ware God te aanbidden. Om dat doel te bereiken zijn ze bereid de handen ineen te slaan met radicale socialisten en marxisten, ook al zijn de meesten officieel atheïst.

In werkelijkheid is het marxisme zijn eigen religie geworden en heeft het geprobeerd om degenen die in God geloven uit te roeien. De communistische revoluties en zuiveringen in Rusland, China en elders probeerden religieuze overtuigingen uit te roeien en atheïsme op te leggen, waarbij tientallen miljoenen mensen werden vermoord.

Op de een of andere manier verenigen de radicale islam en radicale marxisten zich nu rond hun antisemitische haat en afgunst jegens het Joodse volk. In plaats van het juiste te doen, elimineren ze liever Abel.

Als christenen hebben we de morele plicht om deze onheilige alliantie te confronteren en de Joodse natie en het Joodse volk te verdedigen tegen haar destructieve agenda. Dit is een geestelijke strijd, maar ook een strijd die gevoerd moet worden tegen zwakke en verfoeilijke mannen op hoge plaatsen.

Geschreven door David Parsons, vice-president & senior-woordvoerder ICEJ