Corrie van Maanen with Tanya

“Zo zegt de HEERE der heerscharen: ‘Oude mannen en oude vrouwen zullen weer in de straten van Jeruzalem zitten, ieder met zijn staf in zijn hand wegens hoge leeftijd. De straten van de stad zullen vol zijn met jongens en meisjes die in de straten spelen’.” (Zacharia 8:4-5)
Dit profetische woord, dat 500 jaar voor de evangeliën werd geschreven, wordt in onze dagen vervuld.

Tanya is een van degenen van een ‘rijpe ouderdom’ die in de straten van Jeruzalem zitten. Onlangs verliet ze haar bescheiden appartement in de Oude Stad en zat ze met Corrie van Maanen van ICEJ Homecare bij de gerestaureerde Hurva-synagoge in de Joodse wijk. Ze stond te popelen om haar gedachten te delen, vooral over de huidige spanningen.
“Oorlog is eng, waar het ook is, maar toch is er een gevoel van rust in Israël,” zei ze. “Ik weet niet waar het vandaan komt. Ook al is er veel angst en vragen over wanneer de oorlog zal eindigen, er is nog steeds een gevoel van veiligheid… Ik heb het gevoel dat de Almachtige ons beschermt. Ik voel me beschermd.”

“De eerste dagen na 7 oktober was ik erg bang, zelfs om naar buiten te gaan”, legt Tanya uit. “Ik luisterde gewoon constant naar het nieuws. En toen, langzaam, begon ik naar buiten te gaan. Ik pakte een stoel en ging bij de ingang zitten… en begon aan alles te wennen.”
Tanya heeft nooit Hebreeuws gestudeerd toen ze jaren geleden Aliyah maakte, omdat ze voor haar zieke, bejaarde ouders moest zorgen. Later was haar man ziek tot hij stierf. Daardoor voelt ze zich zo verscheurd tussen de plaats waar ze is geboren in Oekraïne en waar ze nu woont. Haar hart gaat uit naar veel oude vrienden die in die oorlog hebben geleden. Haar hart ligt ook bij haar familie hier, terwijl ze de oorlog volgt via Russischtalige kanalen.

“Ik voel me zwaar als ik het slechte nieuws hoor van jonge Israëlische soldaten die zijn omgekomen. Je moet ervan huilen”, zei ze tegen Corrie.
Tanya is geen onbekende metoorlog. Haar vader vocht in de Tweede Wereldoorlog en overleefde op wonderbaarlijke wijze drie keer een brandende tank. Ze werd geboren in de moeilijke dagen van Stalins bewind.
Terwijl ze haar levensverhaal vertelde, wendde Tanya zich plotseling tot Corrie en riep uit: “Weet je nog hoe we je van de ICEJ hebben ontmoet? Mijn moeder had echt hulp nodig en ik kreeg je telefoonnummer en we belden je. We waren altijd blij met je hulp en vriendschap.”

“Allereerst waarderen we je goede houding. Je hebt ons altijd heel goede, zuivere mensen gebracht. Ik vertelde mijn kleinkinderen over christenen en hun goede daden. Ik herinner me dat mijn man in het ziekenhuis lag, en je hem daar bezocht, Corrie. Je hebt ook voor hem gezorgd, iets wat ik me herinner als ik verdrietig ben, omdat het me een warm gevoel geeft. Goede herinneringen als deze laten een spoor na. We moeten het kwade vergeten en alleen het goede onthouden. Hoe meer je je het goede herinnert, hoe meer het naar je toe komt.”

Tanya was ook onder de indruk van het feit dat Joden en christenen onlangs samenkwamen om op te komen voor Israël in de genocidezaak bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. “Ik geloof dat er een God is en dat Hij wil dat we allemaal in liefde en vrede leven”, zei ze. “En beproevingen worden gegeven om onze relatie met God en met het leven op de proef te stellen. Hij wil dat wij allen – gelovigen en ongelovigen – in harmonie leven… Ik zie verschillende mensen naar de Klaagmuur komen, zwart en wit, met kruisen en zonder kruizen. Allen steken hun hand op en vragen de Almachtige om gezondheid en geloof. En dat klopt!”

Terwijl ze nog steeds genieten van elkaars gezelschap op de bank, verdwijnt de zon achter de wolken en herinnert haar eraan dat het leven tijden van zowel zonneschijn als verdriet met zich meebrengt.
“We moeten ons verheugen, zelfs in slechte tijden”, vervolgde Tanya. “Dat is wat we voelen in Israël. Als er oorlog komt, is er verdriet voor iedereen. Maar als de overwinning komt, zal iedereen zich verheugen en zullen we vreedzaam leven zoals voorheen.”
“Vreugde is wanneer soldaten winnen, wanneer iedereen veilig thuiskomt, wanneer het weer goed is, wanneer mensen goed voor elkaar doen. Elk klein ding dat vanuit het hart wordt gedaan, brengt vreugde.”

“Ik probeer van elk klein ding te genieten. Jaren geleden was het een moeilijke start, maar nu voelt het goed om hier te wonen. Ik ken nog steeds geen Hebreeuws, maar mensen lopen langs me heen en zeggen: ‘Shalom savta!’ (Hallo, grootmoeder!) En daar haal ik ook vreugde uit.”
Steun het belangrijke werk van ICEJ Thuiszorg door vandaag nog te geven.

Geschreven door Maxile Carlill, ICEJ staf