door David Parsons, ICEJ Vice President & Senior Spokesman

Terwijl de Israëli’s vandaag de wedergeboorte van hun land in mei 1948 beschouwen, zullen velen met verlangen terugdenken aan 1998, toen de Joodse staat vijftig jaar moderne onafhankelijkheid markeerde. Het waren onstuimige dagen, toen het proces van Oslo velen nog vervulde van de hoop dat de lange zoektocht naar vrede met hun Arabische buren op het punt stond blijvende vruchten af ​​te werpen. In zijn keynote-toespraak tijdens de officiële ceremonies voor Israëls 50e verjaardag, raakte de toenmalige Amerikaanse vice-president Al Gore met zijn verwijzing naar de patriarch Jacob die – zoals Israël vandaag – de “strijd in de droom” moest doorstaan.

Inderdaad, na tweeduizend jaar ballingschap, culminerend in de Holocaust, leek het doel van de zionistische beweging om het verstrooide Joodse volk terug te brengen naar hun historische thuisland in Eretz Israël nog steeds een verre droom. Maar het was ook een nobele droom waarvoor de tijd rijp was. En zo hield de wereld op 14 mei 1948 de adem in toen de voorlopige leider David Ben Gurion de stichting van de nieuwe staat Israël op zijn oude grond afkondigde.

In zijn onafhankelijkheidsverklaring noemde hij de religieuze, historische en morele grondslagen voor de wederopbouw van het Joodse gemenebest. De visie was om een ​​natie nieuw leven in te blazen die in het verleden “culturele waarden van nationale en universele betekenis had gecreëerd en de wereld het eeuwige Boek der Boeken had gegeven”.

Tanks uit de onafhankelijkheidsoorlog

“Bouwen en gebouwd worden”, zwoeren de vroege zionistische pioniers. De herboren Joodse staat zou proberen de gaven en vaardigheden samen te brengen van een getalenteerd maar gehavend volk dat – ondanks de millennia van omzwervingen – er nog steeds in was geslaagd de wereld op zoveel manieren te ‘zegenen’. Hun collectieve energieën zouden opnieuw zoveel meer kunnen bijdragen aan het welzijn van de mensheid.

Door deze droom na te streven, heeft de kleine maar vastberaden natie Israël wetenschappelijke, medische en technologische vooruitgang geboekt die ver buiten haar omvang en natuurlijke hulpbronnen ligt. Innovatieve landbouwtechnieken hebben braakliggende terreinen ontgonnen en de woestijn doen bloeien als een roos (Jesaja 35:1). In recentere tijden liep ze voorop in de hightech-revolutie en heeft ze enkele van de grootste internationale bedrijven aangetrokken om hier onderzoeks- en ontwikkelingsvestigingen te openen die essentieel zijn voor hun concurrentiesucces. Opnieuw inspireert Israël de wereld.

Binnen deze droom is er echter een moeilijke strijd. In de eerste drie decennia werd Israël geconfronteerd met een existentiële dreiging van conventionele Arabische legers, grotendeels gevoed door de ideologie van pan-Arabisch nationalisme, zoals verdedigd door de Egyptische president Gamal Abdel Nasser. Deze militante ideologie was van mening dat de Arabische naties eigenlijk één taal, cultuur, land en volk waren die kunstmatig waren uitgehouwen door de westerse mogendheden in de nasleep van de twee grote oorlogen van de 20e eeuw. De zionistische beweging in het bijzonder had een buitenaardse entiteit in het hart van deze pan-Arabische natie geplant, waardoor deze feitelijk in tweeën werd gesplitst. Het was een ‘kanker’ die met geweld moest worden verwijderd voordat de Arabische volkeren hun eigen lot konden realiseren, en met dat doel werd een reeks oorlogen gelanceerd.

Iran raket


Toch heeft een jong en kwetsbaar Israël op de een of andere manier de kracht verzameld om de aanvallen te weerstaan. Elke keer – in 1948, 1956, 1967 en 1973 – voerde de IDF de strijd naar vijandelijk gebied en weg van de burgerbevolking van het land. Zijn gedurfde militaire doctrine eiste dat de commandanten het burgerleger naar de frontlinies leidden. Gewone mannen als Moshe Dayan en Ariel Sharon werden levende legendes. Sommige Arabische staten, zoals Egypte en Jordanië, realiseerden zich uiteindelijk dat ze Israël niet op het slagveld konden verslaan en besloten vrede met haar te sluiten.

Maar toen ontstond er een nieuw en zelfs groter gevaar voor het bestaan ​​van Israël. In de afgelopen 30 jaar heeft het land te maken gehad met de plaag van zelfmoordterrorisme en de groeiende dreiging van raketarsenalen die mogelijk zijn bewapend met massavernietigingswapens. De nieuwe ideologie die haar tegenstanders drijft, is het radicale islamisme, dat de eenheid van dezelfde Arabische volkeren predikt, maar onder een religieuze vlag die een nieuwe ‘Gouden Eeuw’ voor de islam belooft die zal worden ingeluid door de uitroeiing van hetzelfde ‘kankerachtige’ Israël.

Hoe goed Israël deze ontmoedigende uitdaging aangaat, zal zowel haar eigen koers als de hele wereld in de komende jaren beïnvloeden. Haar mensen zijn veerkrachtig en vindingrijk gebleken. Ze worden gedwongen te leven in een luchtbel van veiligheidsbarrières en raketafweersystemen, maar toch draagt ​​de droom hen verder. We kunnen bemoedigd worden dat de Bijbel belooft dat het lot van deze lange reis niet de vernietiging van Israël is, maar eerder haar uiteindelijke verlossing in God.